Dit artikel is gewijd aan werkwoordconstructies in West- en Oost-Vlaamse dialecten in de jaren 60 en 70. Het onderzoek werd uitgevoerd op basis van ‘Stemmen uit het Verleden’, een verzameling dialectbanden van de Universiteit Gent. Het doel van het onderzoek was de werkwoordconstructies te vinden die in de bovengenoemde Vlaamse dialecten op een andere manier worden gebruikt dan in het Standaard Nederlands en ze te beschrijven. Op basis van een aantal criteria zijn er 21 opnames onderzocht. Tot de gekozen werkwoordconstructies behoren weten te + inf., durven te + inf., gaan + inf. en om/voor/van te + inf. Verder wordt ingegaan op het gebruik van de bovengenoemde constructies. De auteurs vergelijken voorbeelden vanuit de standaardtaal met voorbeelden die in de bestudeerde teksten te vinden zijn. In sommige gevallen komen de resultaten van het onderzoek overeen met de norm van het Belgisch Nederlands, in andere gevallen blijken de constructies op een bijzondere wijze te worden gebruikt. We concluderen dat zowel weten als durven zonder partikel te worden gebruikt in de bestudeerde teksten. Het hulpwerkwoord gaan kan nooit als het enige werkwoord voorkomen en wordt altijd verdubbeld of zelfs verdriedubbeld. Daarnaast blijkt voor te + inf. de meest gebruikte constructie die doel uitdrukt, hoewel om te + inf. ook soms in deze functie voorkomt. Van te + inf. wordt echter in andere functies gebruikt en drukt nooit doel uit.
Hautekiet J., Repina K. WERKWOORD CONSTRUCTIES IN OOST- EN WEST-VLAAMS