CENSUUR EN DE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR IN DE DDR

In deze bijdrage geef ik allereerst een uitgebreide schets van de censuur in de DDR.Ik ga uit van een interview uit 2019  met de Duitse schrijver en uitgever Gerhard Wolf. Hij probeert een verklaring te vinden voor de acceptatie in de DDR van de censuur die de nieuwe staat in zijn jeugd invoerde. Daarbij maak ik gebruik van een algemene definitie van censuur die is opgesteld door Christine Haug, ga vervolgens in op de beginjaren van die censuur en maak vervolgens het essentiële verschil duidelijk tussen censuur in de DDR en die in andere communistische landen in Oost-Europa. De censuur in de DDR werd mede gedragen door auteurs die waren teruggekeerd uit ballingschap, zoals Arnold Zweig. Ook citeer ik de waarschuwing van Bertolt Brecht in zijn toneelstuk Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui (1941) tegen het broeiende en nog levendige nationaalsocialistische gedachtegoed. Vervolgens beschrijf ik de HV, de afdeling op het ministerie van Cultuur die zich daar vanaf 1963 met censuur bezighield. Ze was niet alleen verantwoordelijk voor de bibliotheken en de gehele literaire productie van de DDR, zoals de verkoop, de import en export, inclusief de import van literatuur uit de Sovjet-Unie maar ook voor de uitwisseling van literatuur tussen de DDR en de BRD.Daarna ga ik in op de inhoud van de leesrapporten: de structuur, de specifieke vragen en de auteurs. Ten slotte beschrijf ik de roman Wolfsgetij van de Nederlandse auteur Theun de Vries en laat zien dat er bij deze uitgave sprake is van twee vormen van censuur.

Без названияGrave J. CENSUUR EN DE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR IN DE DDR